Borstkankerzorg HagaZiekenhuis van hoge kwaliteit
De borstkankerzorg binnen het HagaZiekenhuis is van onveranderd hoge kwaliteit, naar aanleiding van de informatie over borstkankerzorg in de AD Ziekenhuis Top 100. Dat zegt chirurg-oncoloog Jos Merkus van de mammapoli van het HagaZiekenhuis. “We hebben niet voor niets recentelijk het roze lintje van de BorstkankerVerenigingNederland gekregen,” aldus de chirurg.
![]() |
De mammapoli krijgt momenteel veel vragen van patiënten naar aanleiding van de informatie over de borstkankerzorg van het HagaZiekenhuis in de AD Ziekenhuis Top 100. Hierin staat te lezen dat 10,43% van de patiënten na een borstbesparende operatie opnieuw geopereerd moest worden omdat er tumorweefsel was achtergebleven. Jos Merkus: "We hebben de gegevens die tot dit percentage leidden geanalyseerd, en zijn tot de conclusie gekomen dat het werkelijke percentage een stuk lager ligt: op 7 procent. Een onafhankelijke instantie, het IKNL, verzamelt voor ons de gegevens van alle patiënten, in dit geval van patiënten bij wie de borsttumor niet helemaal is weggehaald en die opnieuw geopereerd moesten worden. Bij nadere analyse blijken daar ook patiënten bij te zitten die bestraald zijn in plaats van opnieuw geopereerd, en patiënten die palliatief zijn behandeld om de gevólgen van de borstkanker weg te nemen."
Veel borstsparende operaties
"Het landelijk gemiddelde voor heroperatie na achtergebleven borstkankerweefsel is 6%. Onze 7% is een heel net percentage gezien het grote aantal patiënten (de afgelopen jaren tussen de 60 en 75%) dat we succesvol borstsparend behandelen. Lang niet alle ziekenhuizen zetten zich ervoor in om elke patiënt die dit wenst, een maximale kans op een borstsparende operatie te bieden. Daarom zou je ook inzicht moeten hebben in het percentage borstsparende operaties dat een ziekenhuis uitvoert, anders kun je ze niet vergelijken. Bij een borstsparende operatie is er nu eenmaal meer kans dat er tumorweefsel achterblijft dan bij een borstamputatie."
Goede resultaten na vijf jaar
"Dat ons behandelbeleid goed is, blijkt wel uit het lage percentage patiënten dat binnen vijf jaar opnieuw een tumor heeft ontwikkeld. Dat percentage lag de afgelopen vijf jaar zelfs op nul procent. Dat is verheugend, want per slot van rekening is het niet terugkomen van de tumor na een zo gewenste borstsparende behandeling de belangrijkste uitkomst. Dat lukt ons dus bij een groot aantal patiënten die zich tot ons wenden, zelfs bij patiënten met een grotere tumor. Dat we daarbij een relatief iets ongunstiger percentage niet direct optimaal geopereerden krijgen, vinden we onvoldoende reden om patiënten met een iets grotere tumor de kans op een borstsparende behandeling te onthouden."
Roze lintje
"De AD Top 100 mag dan een grote invloed hebben op de beeldvorming, in feite is het een simplificatie van de werkelijkheid. Hierdoor zou de suggestie kunnen ontstaan dat de operatieve behandeling in het HagaZiekenhuis onderdoet voor die van andere ziekenhuizen in de regio. Omdat gegevens over de grootte van de tumor en het percentage patiënten dat borstsparend wordt behandeld ontbreken in de vergelijking tussen ziekenhuizen, is het percentage heroperaties als enkel criterium voor kwaliteit maar matig bruikbaar. Andere kwaliteitsmetingen van bijvoorbeeld de zorgverzekeraars en de BorstkankerVerenigingNederland komen tot heel andere conclusies. De Borstkankervereniging Nederland, bijvoorbeeld, meet meer aspecten van de kwaliteit van borstkankerzorg en kende recent het roze lintje voor goede borstkankerzorg toe aan het HagaZiekenhuis. Onze resultaten worden ook jaarlijks gespiegeld aan de resultaten van alle andere ziekenhuizen in Nederland in het kader van het Dutch Institute for Clinical Auditing. Hierin worden ook meer aspecten van de zorg vergeleken. Ook daaruit blijkt dat het HagaZiekenhuis voor de borstkankerzorg bij de grotere en betere ziekenhuizen in Nederland hoort," aldus Jos Merkus.